Vervroegde overgang (POI)

Een procent van alle vrouwen heeft te maken met vervroegde overgang, ook wel POI genoemd. Dit staat voor primair ovariële insufficiëntie. Hiervan is sprake als de overgang voor het 40e levensjaar optreedt. Een klein percentage vrouwen met POI krijgt nooit een menstruatie. Het vermoeden op een vervroegde overgang ontstaat bij een uitblijvende menstruatie of verandering van menstruatiepatroon op jonge leeftijd en/of door het ontstaan van typische overgangsklachten en/of omdat de menstruatie geen regelmatig patroon meer heeft. De termen ‘vervroegde overgang’, ‘prematuur ovarieel falen (POF)’ en ‘vervroegde menopauze’ worden bijna niet meer gebruikt. Tegenwoordig spreekt men liever van ‘primair ovariële insufficiëntie (POI)’ als benaming voor de situaties waarin de eierstokken niet meer goed werken. Bij een vermoeden van POI zal altijd onderzoek moeten worden verricht.

Diagnose POI

De diagnose POI kan worden gesteld als de menstruatie tenminste vier maanden is weggebleven of heel onregelmatig is waarbij bloedonderzoek helpt om de diagnose te stellen. Bij vrouwen van 40 jaar of jonger, is twee keer een hoge FSH waarde (follikel stimulerend hormoon) van > 25 U/L (eenheden per liter) met een lage oestrogeenspiegel, bij uitblijven van de menstruatie langer dan 4 maanden, het bewijs dat er sprake is van een vervroegde overgang.

Normaal reageert de eierstok op het signaal van dit hormoon dat gemaakt wordt in de pijnappelklier (hypofyse) met het afgeven van het hormoon oestradiol (oestrogeen) door de eiblaasjes, ook wel follikels genoemd. Dit oestrogeen geeft dan weer een signaal aan de pijnappelklier waardoor de afgifte van FSH weer afneemt. Bij een (te vroege) overgang kan de eierstok niet meer reageren en zal de pijnappelklier FSH blijven maken dus dan blijft deze waarde hoog. Daarbij blijft het estradiol laag omdat de eierstokken uitgedoofd zijn.

Het AMH (anti Mullerian hormone) zegt iets over de verminderde reserve van de eierstok, maar kan niet gebruikt worden als voorspeller van de overgang.

Als de diagnose is vastgesteld, vindt aanvullend onderzoek plaats naar een mogelijke oorzaak. Er is een verband met POI en bepaalde auto-immuunziekten, na bepaalde infecties en bij sommige genetische aandoeningen (fragiel X syndroom, Turner syndroom). Er kan aanvullend onderzoek worden gedaan om de oorzaak te achterhalen, maar vaak wordt er geen oorzaak gevonden. Bij het aanvullend onderzoek kan worden gekeken naar de aanwezigheid van auto-antistoffen tegen de schildklier of bijnierschors. Er kan genetisch onderzoek worden verricht: een karyogram (chromosomen telling) en een DNA onderzoek naar de samenstelling van een specifiek gen. Dit is het gen verantwoordelijk voor het fragiele X-syndroom - het FMR1 gen (dit is een genafwijking waarvan gezonde vrouwen draagster kunnen zijn; zie www.erfocentrum.nl). Bij ongeveer 15% van de vrouwen met POI wordt een oorzaak gevonden. Bij het merendeel van de vrouwen met POI is dus onduidelijk wat de oorzaak van POI is.

Voordat genetisch onderzoek wordt ingezet is het belangrijk dat je uitleg krijgt over de mogelijke uitkomsten van het onderzoek en ook wat daarvan de consequenties sociaal en maatschappelijk kunnen zijn. Indien bij nader onderzoek naar de oorzaak van POI een genetische afwijking wordt aangetoond (fragiele X syndroom), is het belangrijk dat je wordt verwezen naar een klinisch geneticus. 

FXS is fragiele X syndroom en geeft autisme, verstandelijke beperking en gedragsstoornissen. Je moet deze zaken dus eigenlijk wel tevoren met vrouwen bespreken voordat je DNA onderzoek laat doen en ook de familieanamnese afnemen (“komen er mensen met een verstandelijke beperking in de familie voor?”).

In de nieuwe podcast “Het Noorden kwijt” (gemaakt door het Expertisecentrum vervroegde overgang van het Erasmus MC) komen vrouwen aan het woord met POI; zij vertellen over de diagnose, hoe ze de diagnose hebben verwerkt en hoe zij omgaan met de klachten.

Hoe vaak komt POI voor?

POI kan al op heel jonge leeftijd optreden. Schattingen geven een kans van een spontane POI (niet als bijwerking van een medische behandeling) 1:1000 voor vrouwen rond 30 jaar en 1:100 voor vrouwen rond 40 jaar. Zolang vrouwen hormonale anticonceptie gebruiken, is het niet goed in te schatten of zij POI hebben. Ook is het dan niet mogelijk om het onderzoek dat de diagnose bevestigt, betrouwbaar uit te voeren.

Bij vrouwen die een of meer andere familieleden hebben met POI, is het risico om het zelf ook te krijgen verhoogd. Deze vrouwen moeten uitleg krijgen dat het wenselijk is om zo jong mogelijk te proberen zwanger te worden omdat mogelijk de overgang vroeger optreedt dan gebruikelijk. Ook vrouwen die in het verleden voor kanker een behandeling met chemotherapie hebben ondergaan, lopen een verhoogd risico op POI.

VidO_Silhouette_Vrouw_05_Zwart

Klachten POI

Een groot deel van de vrouwen met POI heeft typische overgangsklachten zoals opvliegers, nachtzweten en een afwijkend menstruatiepatroon (in het begin volgen de menstruaties korter op elkaar waarna uiteindelijk de pauzes tussen de menstruaties steeds langer worden totdat de menstruatie helemaal uitblijft). Het gewijzigde menstruatiepatroon kan van vrouw tot vrouw heel erg verschillen. Er kunnen periodes zijn met nog een regelmatige menstruatiecyclus, afgewisseld met periodes waarin de menstruatie een tijd weg blijft.

Ook kunnen vrouwen met POI seksuele klachten hebben, zoals minder zin om te vrijen, een minder intensief orgasme en pijn bij het vrijen omdat er minder vocht geproduceerd wordt. Ook kunnen er klachten optreden van vaginale droogheid (jeuk, branderigheid en irritatie in de vagina) en een frequente aandrang om te plassen. Dit heeft vaak een negatief effect op de geestelijke gezondheid (vaker depressie, somberheid en seksuele problemen). Het verminderde seksuele verlangen veroorzaakt bij veel vrouwen ook intens verdriet. Ze voelen zich jong in een oud lichaam. Naast stemmingsklachten komen ook slaapproblemen voor.

Effecten voor de gezondheid en de vruchtbaarheid

Als de diagnose POI is gesteld, betekent dit dat de eierstokken bijna geen eicellen meer hebben die tot een eisprong komen. De vruchtbaarheid is daardoor sterk verlaagd. De kans op spontane zwangerschap na de diagnose is erg klein. Studies laten zien dat bij ongeveer 5% van de vrouwen bij wie POI gediagnosticeerd werd, een spontane zwangerschap optrad in het eerste jaar na diagnose. Wanneer er sprake is van een volledig wegblijven van de menstruatie, is over het algemeen eiceldonatie de enige mogelijkheid om  nog zélf kinderen te kunnen krijgen naast adoptie en pleegkinderen.

Helaas is het niet mogelijk met vruchtbaarheidsbehandelingen de kans op zwangerschap van de eigen eicellen te vergroten. Alleen eiceldonatie geeft een reële kans op zwangerschap.

De gezondheidseffecten op lange termijn zijn minder duidelijk zichtbaar, maar van groot belang. Tijdige aanvulling van het oestrogeentekort kan het ontstaan van de langetermijneffecten voorkomen.  Vrouwen met POI hebben naast een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, vaker een té hoog cholesterol gehalte (totaal cholesterol, LDL en triglyceriden). Ook is er een verhoogd risico op botontkalking (osteoporose) en dementie. Deze risico's zijn het grootste voor vrouwen met POI op jonge leeftijd met een te lage concentratie van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. 

Oestrogeen helpt de bloedvaten om soepel te blijven en gaat plaque-vorming (dat geassocieerd is met aderverkalking), tegen. Ook helpt oestrogeen bij de opbouw van de mineraaldichtheid van de botstructuur. Om deze reden wordt aan alle vrouwen met POI geadviseerd het oestrogeentekort aan te vullen met hormoontherapie tot 50 jaar. Met hormoonbehandeling neemt het risico op sterfte aan hart- en vaatziekten af.

Voor de mentale klachten moet specifiek aandacht bestaan, zo nodig is hulp van een coach of psycholoog wenselijk. Het kan het fijn zijn om hierover geïnformeerd te worden of lotgenoten te spreken bij een patiëntenvereniging. Er is een patiëntenvereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen: Freya. Hier kunt je direct hun brochure over POI lezen.

VidO_Silhouette_Vrouw_04_Turquoise

Behandeling POI

POI gaat helaas niet over, is niet te genezen. De behandeling van POI is gericht op klachtenbestrijding, en verbeteren van de gezondheid op lange termijn. Alle vrouwen bij wie de diagnose POI is gesteld, krijgen het advies van hormoonbehandeling, tenzij er een contra-indicatie bestaat voor hormoontherapie (bijvoorbeeld na een behandeling voor borstkanker). 

Hormoonbehandeling bestaat uit het aanvullen van het tekort aan oestrogeen. Het is belangrijk om te realiseren dat hormoontherapie niet werkt als anticonceptie. Als een vrouw nog haar baarmoeder heeft, moet een combinatie met een progestageen gegeven worden om het baarmoederslijmvlies te beschermen tegen onregelmatige uitrijping. De dosering van oestrogeen bij POI is meestal iets hoger dan bij overgangsklachten na de leeftijd waarop gemiddeld de overgang optreedt (51 jr.). Uit onderzoek is gebleken dat voor beschermen van de langetermijngevolgen, tot 50 jr. hogere dosering oestrogeen aanvulling is gewenst. De voorkeur van de vrouw bepaalt of er voor een schema met of juist zonder bloedingen wordt gekozen. De manier van aanvulling is ook afhankelijk van de keuze van de vrouw; dit kan in de vorm van een pil, pleister, gel of spray. Progesteron vul je aan met een pil of als hormoon houdend spiraal (Mirena). 

Indien gewenst kan ook de anticonceptiepil worden gegeven in plaats van hormoonsubstitutietherapie  De orale anticonceptiepil heeft een minder gunstig effect op hart, botten en brein dan hormoonsubstitutietherapie, dus heeft niet de voorkeur. Voor sommige jonge vrouwen voelt dit mentaal fijner of zij zijn dit al gewend. Er bestaat bij de hormoontherapie tot 50 jaar geen verhoogde kans op borstkanker omdat de borsten van vrouwen zonder POI ook aan hun natuurlijke oestrogenen worden blootgesteld. 

Voor vaginale klachten kan ook vaginaal oestrogeen worden voorgeschreven in de vorm van een pilletje, een zetpil of crème. Ook glijmiddel kan ondersteunend werken en uitleg over seksualiteit en ouder worden is belangrijk, omdat bevochtiging nog wel normaal kan optreden waarbij langer voorspel nodig kan zijn om voldoende vochtig te worden.

Wetenschappelijk onderzoek

Er zijn nog altijd onduidelijkheden over POI. Over de oorzaken, maar ook over de algemene gezondheidsgevolgen en de beste hormoonbehandeling van POI zijn er nog veel vraagtekens. Om die reden heeft de polikliniek Voortplanting en Gynaecologie van het UMC Utrecht een landelijk netwerk opgericht van ziekenhuizen. Zij werken samen met deskundigen (landelijk en internationaal) op dit gebied en verrichten gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek naar deze onderwerpen.

Wanneer je wilt meewerken aan dit onderzoek, kun je door jouw gynaecoloog of huisarts naar het UMC of naar een van de deelnemende ziekenhuizen worden doorverwezen. Dit kan ook wanneer u behoefte heeft aan een gesprek met een gynaecoloog met specifieke ervaring met POI. Je wordt daarna in principe weer terugverwezen naar jouw eigen gynaecoloog.

Vond je deze informatie interessant?