Vrouwen positiever over hormoontherapie
Vrouwen zijn de laatste jaren positiever gaan denken over hormoontherapie. Artsen zijn er echter onvoldoende over geïnformeerd. Daarop wijst internationaal onderzoek, waarvoor vrouwen in 2007 zijn ondervraagd en in 2014 opnieuw.
Bijna 70 procent van de 1476 ondervraagden zei hormoontherapie te gebruiken of ervoor open te staan. Meer dan 27 procent zei positiever te zijn gaan denken over hormoontherapie. Vrouwen bleken ook beter geïnformeerd over de voor- en nadelen van hormoontherapie dan in 2007, en achtten zichzelf beter in staat een goede keuze te maken tussen hormoontherapie en alternatieven.
Tegelijkertijd verklaarde iets meer dan de helft (51,5 procent) dat de eigen huisarts de overgang onderschat, en merkte ongeveer een derde weerstand bij de arts tegen hormoontherapie. De onderzoekers verbinden daaraan de conclusie dat artsen onvoldoende op de hoogte zijn van overgangsklachten en hormoontherapie.
Hormoontherapie heeft een slechte naam sinds in 2002 een studie verscheen waarin werd geconcludeerd dat hormoontherapie een verhoogde kans op borstkanker gaf. Die conclusie bleek gebaseerd op verkeerde interpretaties, maar toen dat duidelijk werd was hormoontherapie al bij veel vrouwen én artsen uit de gratie geraakt.
‘Het is helder dat veel zorgprofessionals niet op de hoogte zijn’, schrijft gynaecoloog Jen Sassarini van de University of Glasgow in een commentaar voor Menopause Live. Uit onderzoek blijkt dat veel artsen geen reden geven om geen hormoontherapie voor te schrijven, of de behandeling stoppen zonder dat daar een aantoonbare reden voor is.
Bron: International Menopause Society, www.imsociety.org Jen Sassarini; Obstetrics and Gynaecology, School of Medicine, College of Medical, Veterinary and Life Sciences, University of Glasgow, Glasgow, UK.